Vooruitblik economie

Tempo renteverhogingen omhoog

Gezien het ongunstige inflatiebeeld ontkomt de Europees Centrale Bank (ECB) er niet aan om haar beleidsrentes verder te verhogen in de aankomende maanden. Vanaf juli zal dat waarschijnlijk nog in een relatief kleine stap van 0,25% zijn. Daarna kunnen grotere stappen gezet worden. Of de ECB haar beleidsrente uiteindelijk net zo veel verhoogt als de Amerikaanse centrale bank (Fed) valt nog te bezien. In tegenstelling tot de Fed moet de ECB namelijk ook rekening houden met het effect van hogere rentes op de stabiliteit van de eurozone. Maar al met al lijken beleidsrentes van centrale banken in ontwikkelde landen op korte termijn maar één kant op te gaan: omhoog. Hoeveel ze omhoog zullen gaan is onzeker, met name volgend jaar. Dit zal vooral afhangen van het effect van de eerste renteverhogingen op de inflatie. Dat effect valt nu nog lastig in te schatten. Naar verwachting zijn de plannen van centrale banken eind dit jaar een stuk duidelijker omdat die dan weer worden aangepast.

Meer risico’s dan kansen

Door de hogere rentes en lagere aandelenkoersen lijken financiële markten afgelopen halfjaar al te hebben voorgesorteerd op een stagflatie-scenario. Dat is een scenario van lage economische groei in combinatie met hoge inflatie en dit lijkt al te zijn ingeprijsd in de koersen. Financiële markten moeten inschatten wat daarna komt. Een terugkeer naar een lage groei / lage inflatie-omgeving van vóór de coronacrisis? Of juist een hoge groei / hoog inflatie-scenario, bijvoorbeeld door grootschalige (overheids-) investeringen in energietransitie en defensie.

Vooralsnog lijkt het ons het meest waarschijnlijk dat gematigde economische groei een combinatie gaat vormen met aanhoudend hoog blijvende inflatie. Dat wil zeggen: hoger dan de 2% inflatiedoelstelling van centrale banken. Dan zou er ook ruimte zijn voor nog hogere marktrentes, al zijn deze in de afgelopen maanden al hard gestegen. Dit is een ongunstig scenario voor de verwachte koersontwikkeling van (staats-)obligaties. Ook voor aandelen en andere meer risicovolle beleggingscategorieën is zo’n scenario niet per se positief. Welk scenario zich uiteindelijk zal voordoen zal voorlopig nog de vraag blijven en de onzekerheid hierover is groot. Dat pleit in onze ogen voor terughoudendheid ten aanzien van aandelen. Bedrijfsobligaties zijn dan wellicht een wat veiligere keuze maar bij verder oplopende rentes rekenen we ook voor deze beleggingscategorie niet op hoge rendementen in de komende tijd. Al met al lijkt voor de komende maanden het aloude gezegde “cash is king” nog niet zo’n slecht motto. Dit betekent dat we onze bovengemiddelde cashpositie (geld dat niet belegd wordt) en een onderweging op staatsobligaties aanhouden.