Terugblik economie
Op de financiële markten behaalden zowel aandelen als obligaties dit jaar positieve rendementen. Aandelen deden het daarbij tot nu toe het beste. De inflatie nam in het afgelopen halfjaar af en rentes werden verder verhoogd. De vraag blijft welk effect die renteverhogingen gaan hebben op de economie en financiële markten. Wat betekenden deze ontwikkelingen voor de rendementen van het Werknemers Pensioen? En wat zijn de vooruitzichten voor de rest van het jaar? In dit beleggingsbericht blikken we terug én vooruit.
Economisch gezien, minder goed dan verwacht
Economische instituten zoals het IMF (International Monetary Fund) hebben hun groeiverwachtingen voor de wereldeconomie naar beneden bijgesteld. Het jaar 2023 is economisch gezien namelijk minder goed begonnen dan gedacht. Dit geldt in ieder geval voor de Europese economie, die in het eerste kwartaal van 2023 met 0,1% is gekrompen. Het consumentenvertrouwen is nog altijd niet hersteld van de klappen van de coronapandemie, de Oekraïne-oorlog en de daarop volgende inflatiegolf. De vertrouwensindicatoren voor de Europese industrie waren al teruggevallen tot recessie-niveaus, maar ondertussen staat ook het producentenvertrouwen in de dienstverlening onder druk. In de eerste helft van 2023 pakten de economische groeicijfers voor de VS beter uit dan in de eurozone. Voor de rest van het jaar zijn de vooruitzichten daar wel minder gunstig. Vooral de Amerikaanse industrie heeft het moeilijk. Een eventuele terugval van consumentenbestedingen vormt de belangrijkste bedreiging voor de Amerikaanse economie in de komende maanden. In Azië vielen de verschillen tussen de twee economische grootmachten en buurlanden, Japan en China, op. Voor de verandering verraste de Japanse economie daarbij in positieve zin, terwijl China relatief gezien achterbleef.
Inflatie neemt af
Zowel in Europa als in de VS is de inflatiedruk sterk afgenomen in de afgelopen periode. In Europa was de inflatie in juni 5,5% ten opzichte van bijna 11% in oktober 2022. Voor de VS was dat 4% in mei ten opzichte van 9% in juni vorig jaar. De voornaamste oorzaak van de afnemende inflatiedruk zijn de gedaalde energieprijzen. Maar wanneer we alleen naar ‘kerninflatie’ kijken, is het beeld duidelijk anders. Bij kerninflatie worden de beweeglijke voedings- en energieprijzen buiten beschouwing gelaten. De kerninflatie is in de VS maar licht afgenomen en in Europa zelfs licht toegenomen. Voor beide continenten ligt de kerninflatie nu iets boven de 5%. Buiten de eurozone en de VS is het inflatiebeeld sterk wisselend. In het VK blijft de inflatie met bijna 9% hardnekkig hoog. In Japan is de inflatie 3%. China balanceert met 0,2% inmiddels op de rand van deflatie. Ook voor veel andere opkomende markten geldt dat de inflatiegolf nu grotendeels voorbij lijkt te zijn.