Hoe ging het op de financiële markten?
Aandelen
- Na de moeilijke maand april herstelden de aandelenbeurzen zich in mei en kende juni weinig beweging. De meeste aandelenbeurzen stonden eind juni hoger dan begin april.
- Amerikaanse aandelen hebben na dit kwartaal een positief beleggingsresultaat opgeleverd. Door de waardedaling van de Amerikaanse dollar is het resultaat in euro’s lager.
- Europese aandelen stegen ook in waarde in het tweede kwartaal.
- Aandelen uit opkomende markten hadden het moeilijk door de importtarieven van Trump, vooral omdat deze landen veel exporteren naar de VS. Maar ook deze aandelen herstelden later in het kwartaal met een positief beleggingsresultaat.
- Beursgenoteerd vastgoed liet een gemengd beeld zien: in Amerika was het rendement negatief door een stijging van de Amerikaanse rente, terwijl Europees beursgenoteerd vastgoed juist in waarde steeg.
Obligaties
- Obligatiemarkten waren relatief rustig, vooral in Europa. De Europese Centrale Bank verlaagde de rente, onder meer omdat de inflatie daalde. De Europese economie kan een lagere rente gebruiken, omdat de economische vooruitzichten zijn verslechterd. Met een lagere rente kunnen bedrijven meer investeren, dat is goed voor de economie.
- Europese staatsleningen en leningen met een hoge kredietwaardigheid stegen in waarde, mede door de daling in de rente.
- Ook steeg de waarde van leningen aan meer risicovolle bedrijven, wat resulteerde in een positief beleggingsresultaat.