Vooruitblik economie
Inflatie blijft hét thema
Inflatie blijft voor de economie en financiële markten hét grote thema van 2022. In Europa is de inflatie inmiddels opgelopen naar 10% ten opzichte van een jaar geleden. Er zijn uitschieters naar boven (Nederland 17%, Baltische staten boven de 20%) en naar beneden (Frankrijk 6%). De hoge inflatie is vooral toe te schrijven aan de sterk gestegen voedsel- en energieprijzen. Maar ook de kerninflatie – waar voedsel- en energieprijzen buiten beschouwing worden gelaten – zit inmiddels rond de 5%. Voor kerninflatie is het belangrijk hoe de arbeidsmarkt zich ontwikkelt. De werkloosheid in Europa is op een ongekend laag niveau wat ruimte schept voor hogere lonen. Hogere lonen kunnen weer bijdragen aan hogere prijzen: een zogenaamde loon-prijsspiraal. Toch lijkt dit scenario nog niet heel dichtbij. Anders dan vroeger, hebben vakbonden namelijk een minder grote onderhandelingsmacht om gestegen te prijzen automatisch te laten compenseren in arbeidsovereenkomsten.
Ook in de VS..
De inflatiepiek lijkt in de VS te zijn bereikt. Daar is het inflatiepercentage iets afgenomen, vooral door gedaalde olieprijzen. Verschillende factoren (zoals vrachttarieven, productenprijzen en huizenprijzen) wijzen eerder op afnemende inflatie dan op verdere prijsstijgingen. Kerninflatie blijft met 6% nog wel hoog in de VS. Maar ook hier blijft de gemiddelde loonstijging achter op de ontwikkeling van consumentenprijzen.
Hoe reageren centrale banken?
De centrale banken in Europa en de VS hebben de rentes in 2022 door inflatieontwikkelingen meer moeten verhogen dan van tevoren gedacht. De belangrijkste uitzondering is de centrale bank van China, waar het economisch tegenzit en de inflatiedruk relatief beperkt is. De meest opmerkelijke uitzondering is Turkije, waar de centrale bank rentes blijft verlagen terwijl de inflatie inmiddels boven 80% op jaarbasis uitkomt. Voor de komende maanden lijkt het onvermijdelijk dat in ieder geval de Amerikaanse centrale bank (de Fed) en de Europees Centrale Bank beleidsrentes blijven verhogen.
Onze visie
Financiële markten lijken de komende tijd te rekenen op een staglfatie-scenario; een scenario van hoge inflatie en lage economische groei. In onze ogen is dit een realistische inschatting, in ieder geval voor de komende drie tot zes maanden. Aangezien financiële markten meestal voorlopen op economische ontwikkelingen, begint de volgende vraag wel relevant te worden. Hoe gaat het hierna - vanaf het voorjaar van 2023 - verder met de wereldeconomie? Keren we dan terug naar de ‘lage groei / lage inflatie’-omgeving van vóór de coronacrisis? Of gaan we juist een ‘hoge groei / hoge inflatie’-scenario doormaken, bijvoorbeeld dankzij grootschalige (overheids-) investeringen in energietransitie en defensie?
Een scenario van hooguit gematigde economische groeivooruitzichten, in combinatie met bovengemiddeld hoge inflatie (dat wil zeggen hoger dan de 2%-inflatiedoelstelling van de centrale banken) blijft voor ons het meest waarschijnlijk. We houden dan rekening met licht hogere marktrentes want deze zijn in de afgelopen tijd al flink opgelopen. Voor aandelen en andere meer risicovolle beleggingscategorieën is een dergelijk scenario niet per se gunstig. Daarbij schatten we in dat de onzekerheid over welk scenario zich uiteindelijk zal voordoen voorlopig nog wel hoog blijft. Bedrijfsobligaties zijn dan wellicht een wat ‘veiligere’ keuze. Maar bij verder oplopende rentes rekenen we ook voor deze beleggingscategorie niet op hoge rendementen in de komende tijd. Dat pleit voor terughoudendheid: we houden we een bovengemiddelde cashpositie (geld dat niet belegd wordt) en een onderweging op staatsobligaties aan.